PFAS en de brandweer
De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) voert sinds juni 2021 verkennende bodemonderzoeken uit op terreinen van (oude) brandweerkazernes, oefenlocaties en interventielocaties waar blusschuim is gebruikt. Het doel is om in kaart te brengen waar in Vlaanderen mogelijk sprake is van PFAS-verontreiniging in de bodem. PFAS is een chemische stoffengroep en sommige PFAS waren decennialang een component van blusschuim. Opname via bijvoorbeeld voeding kan leiden tot ongewenste gezondheidseffecten, al is er verder onderzoek nodig over de precieze impact. De resultaten van de onderzoeken komen dit jaar fragmentarisch binnen. In dit bericht wil Brandweerzone Centrum meer achtergrond geven over de PFAS-problematiek bij de brandweer en hoe we daarmee omgaan.
Er gaat sinds vorig jaar veel aandacht naar PFAS. Dat is een verzamelnaam voor een grote groep fluorhoudende chemische stoffen. Die stoffen hebben bruikbare eigenschappen. Ze zijn bestand tegen hoge temperaturen en zijn water-, vuil- en vetafstotend. Denk aan regenkleren, vuilwerende autobekleding, waterafstotende wegwerpverpakkingen, maar ook brandblusschuim.
PFAS hebben echter een belangrijke keerzijde, want ze zijn niet of nauwelijks biologisch afbreekbaar. Ze kunnen zich ophopen in het menselijk lichaam, in dieren en in planten. Mensen nemen PFAS voornamelijk op via de voeding of via de ademhaling.
De gezondheidseffecten hiervan zijn nog niet volledig duidelijk. Mogelijk hebben de stoffen een invloed op de groei- en leercapaciteit, de hormoonwerking en het immuunsysteem. Ze zouden ook een verhoogd risico op kanker met zich meebrengen. Deze indicaties zijn gebaseerd op dierproeven en op onderzoeken van arbeiders die werken in de fabrieken waar ze PFAS produceren. Men sluit niet uit dat er ook bij lagere blootstellingen gezondheidseffecten kunnen zijn, al is daar meer onderzoek voor nodig. Daarom neemt de overheid een voorzorgsprincipe aan. Het is in elk geval duidelijk dat we de vrijstelling van PFAS in ons leefmilieu moeten stoppen.
PFAS als onderdeel van blusschuim
Sinds de jaren 1960 zijn fluorhoudende stoffen een centrale component in brandblusschuim. Deze stoffen zorgden voor een snellere blussing en een betere afbrandweerstand. Na de introductie van fluorproteïneschuim ging het al snel naar ‘aqueous film forming foam’ (AFFF). Dat schuim had goede bluscapaciteiten en werd wereldwijd als standaard gebruikt. Het bevatte PFOS, een stof binnen de stoffengroep PFAS.
De eerste tekenen dat PFOS-houdend blusschuim schadelijk is voor het milieu kwamen naar boven in de jaren 1990. De Europese Unie (EU) verbood daarom in 2006 de productie van PFOS in blusschuim en in 2011 het gebruik ervan.
Na het verbod op PFOS ontwikkelden de fabrikanten schuimsoorten met PFOA, eveneens een stof binnen de groep van PFAS. Maar ook met PFOA werden milieuschadelijke effecten vastgesteld. De EU besliste daarom in 2020 om het gebruik van blusschuim met PFOA volledig te verbieden vanaf 2025. Tot eind 2022 mag het alleen in uiterste noodzaak gebruikt worden en als alle bluswater kan worden opgevangen en verwerkt. Dat is in de praktijk onhaalbaar voor de brandweer, want we blussen niet alleen op industrieterreinen.
Naar fluorvrij schuim
De oplossing is om over te schakelen naar fluorvrij blusschuim. Dat fluorvrije alternatief is ontwikkeld naar aanleiding van de PFOA-problematiek met blusschuim. Hoewel sommigen nog twijfelen omtrent het blusvermogen van fluorvrij blusschuim, komen de nieuwe producten steeds beter in de buurt van hun fluorhoudende soortgenoten. Grote industriële brandweerdiensten zoals Shell en BASF lieten hun blusvoertuigen al uitrusten met fluorvrij schuim. Ook onze hulpverleningszone zet die stap.
Brandweerzone Centrum startte in 2019 met de omschakeling naar fluorvrije schuimsoorten. Onze nieuwste vier voertuigen zijn bijvoorbeeld volledig fluorvrij. Dit jaar schakelen we volledig over. De bestaande voertuigen vullen we met een verbeterd klasse A-schuim dat zowel vaste stoffen als benzine en diesel kan blussen. We spreken dan ook van een meerbereiksschuim of een klasse AB-schuim. Dat schuim is echter niet alcoholbestendig en kan in de industrie niet steeds zijn mannetje staan.
Daarom wordt een beperkt aantal voertuigen met een grote schuimtank intensief gereinigd en opnieuw gevuld met alcoholbestendig fluorvrij schuim. Ook onze nieuwe voertuigen voor de industrie zullen hiermee worden voorzien. Tegen eind dit jaar zal al het fluorhoudend blusschuim uit de voertuigen van onze hulpverleningszone verwijderd zijn. Hiermee volgen we de geldende regelgeving.
Tot 2023 alleen als het écht niet anders kan
Er gelden tot eind 2022 strenge maatregelen voor onze brandweerlieden. Zo is het verboden om te oefenen met blusschuim waar PFOA in verwerkt is. Er moeten handschoenen en een FFP3-masker gedragen worden bij het behandelen ervan. Op interventie gebruiken onze brandweerlieden altijd hun interventiepakken en ademluchttoestellen. Onze procedure hygiëne na brand zorgt ervoor dat eventuele contaminatie verwijderd wordt uit de kledij en de beschermingsmiddelen.
Het gebruik van blusschuim met PFOA kan tot eind 2022 alleen bij interventies als het écht niet anders kan, bijvoorbeeld als er een groot oppervlak vloeistof brandt. Dat gebeurt bij industriebranden of bij voertuigbranden met lekkende tanks en met gevaar op overslag. Om de veiligheid van de omgeving garanderen, zijn we soms genoodzaakt om dat blusschuim in te zetten. De milieudiensten van de gemeenten worden op dat moment ook ingelicht. Waar mogelijk zetten we nu al versneld fluorvrij schuim in of laten we een brand gecontroleerd uitbranden. Het oude blusschuim is met andere woorden de allerlaatste optie.
De brandweer gebruikt trouwens ook nog andere soorten schuim. Om een wegdek te reinigen, gebruiken we bijvoorbeeld een afbreekbaar detergent. Voor het blussen van vaste stoffen, gebruiken we klasse A-schuim, een fluorvrij schuim. Niet alle schuimsoorten bevatten dus stoffen uit de groep PFAS.
Bodemonderzoek rond kazernes
Brandweerzone Centrum heeft in 2021 alle mogelijk gecontamineerde locaties doorgegeven aan de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM). Dat gaat over terreinen van (oude) brandweerkazernes, oefenlocaties en sites waar grote interventies zijn geweest met blusschuim. De OVAM liet op die locaties een eerste staalname als verkennend bodemonderzoek uitvoeren.
De resultaten van die onderzoeken komen dit jaar fragmentarisch binnen. Als er uit het verkennend onderzoek blijkt dat er contaminatie met PFAS is in de bodem of het grondwater, dan vraagt de OVAM een beschrijvend onderzoek. Dat gaat verder dan een verkennend onderzoek, want het doel is dan om de volledige verontreiniging in kaart te brengen rond een bepaalde locatie. Het gaat dus verder dan een staalname.
Er zijn nog geen resultaten bekend voor alle brandweerposten van onze zone. Die resultaten komen mondjesmaat binnen dit jaar. We volgen die resultaten op samen met de gemeenten. De gemeenten informeren de buurtbewoners van eventuele voorzorgsmaatregelen op het moment dat er resultaten bekend worden. Dat gaat om zogenoemde no-regretmaatregelen: maatregelen om achteraf ‘geen spijt’ te hebben van blootstelling die vermeden had kunnen worden.